Veel mensen zijn vaak verward tussen werkzaamheden van financiële managers en accountants. De verschillen zijn echter heel duidelijk als je ze individueel bekijkt.
Iemand in de accountingsector kan worden gebruikt door een accountantskantoor, waar hij/zij zal toezien op de financiële rekeningen van meer dan één bedrijf, of door een enkel bedrijf in hun boekhouding.
Het werk van een accountant bestaat uit het verwerken en verzorgen van data gerelateerd aan de financiële gezondheid van één of meerdere bedrijven. Dit bestaat onder andere uit het verzorgen van financiële stukken, zoals inkomsten en uitgaven stukken, balansen, kasstromen en andere financiële documenten. Omdat het meeste werk zit in de voorbereiding van formulieren en balansen zou het een goede optie zijn voor goed georganiseerde werknemers, die zowel een passieve als onafhankelijk rol in een bedrijf willen spelen.
Banen in het financieel management richten zich meer op het besluitvormingsproces betreft financiële zaken. Deze banen zijn dan weer meer geschikt voor werknemers die een meer leidinggevende rol ambiëren. Een praktijkvoorbeeld kan zijn, dat een financieel manager een financieel stuk van de accountant interpreteert en dit mee laat wegen in zijn/haar besluit voor het bedrijf. Om te zorgen dat dat er zo min mogelijk geld word verloren en de winsten worden gemaximaliseerd. Dit kunnen bijvoorbeeld ook besluiten zijn die gaan over het inkopen/verkopen van aandelen en opties.
Bedrijven die werknemers aannemen binnen hun financiële afdeling, zoeken naar leiders die beslissingen kunnen maken op basis van financiële stukken. Er zijn echter ook posities in financieel management die minder risicovol zijn. Denk bijvoorbeeld aan financiële consultants, deze worden vaak ingezet in de bancaire sector.
Om maar even te generaliseren, kunnen we stellen dat accountingswerkzaamheden een analytische en passief karakter hebben, en dat deze data genereert die het financiële team weer kan gebruiken om actie op te ondernemen.
